Weg van de snelweg...

18 februari 2019 - Sigiriya, Sri Lanka

“Het avontuur begint als de zekerheid ophoudt”

Vanuit Jaffna fietsen we een stuk oostwaarts om daarna langs de kust af te zakken. De navigatie heeft weer mooie kleine weggetjes voor ons bedacht en we hebben er weer zin in! We lunchen op z’n Hollands met een broodje kaas en jam aan het strand van de Indische Oceaan....

Tegen het einde van de dag is er van de asfaltweg niet veel meer over en we belanden in niets meer dan een spoor van mul zand. Toch geeft de navigatie aan dat we goed zitten. Fietsen gaat niet meer dus duwen maar. En dat is best zwaar met 40 kilo en hoge temperaturen 😅. We komen uit bij een “kruispunt” dat compleet onder water staat. We laden de tassen af en brengen deze eerst naar de overkant waarna de fietsen droog over gaan. (Toch heel fijn dat je als vrouw dan met een sterke man op stap bent.)

Als alles weer op de fiets zit kunnen we verder. Even verderop is gelukkig een winkel die water heeft zodat we de voorraad weer aan kunnen vullen.

Ondanks zo’n obstakeltje van gister blijft het leuk om van de gebaande paden weg te blijven. Zo gaan we dat de volgende dag ook weer doen! We fietsen tussen enorme rijstvelden door en komen uiteindelijk bij de kust uit. We fietsen door niemandsland met alleen af en toe een paar rieten hutjes van de vissers die er leven. Bij een “controlepost” staan 2 mannen wat verveeld voor zich uit te staren. Ze houden ons min of meer aan en vragen waar we naartoe gaan. Als we dit melden geven de heren aan dat dat niet kan: “road damage”. Na wat heen en weer gepraat en gevraag blijkt dat de weg die op onze kaart en “Maps” staat, er niet meer is. De zee stroomt hier de lagune in en de breedte is ongeveer 50 meter....dan stelde die 10 meter van gister weinig voor. Het opperhoofd begint met bellen en na 10 minuten geeft hij aan dat we naar het Navy Camp kunnen fietsen en dat zij ons verder zullen helpen. Misschien hebben ze wel een boot? Bij een legerpost waar we langsfietsen vragen we het nog maar een keer en krijgen we als antwoord: “No problem, you can pass!”. Dus. Aan, letterlijk, het einde van deze helse weg (mul zand, kuilen, geen enkele beschutting van bomen) is daar dan toch het beloofde Navy Camp. Achter een rol prikkeldraad staat een bewaker met geweer. Hij roept ons een halt toe (we moeten wel want verder kunnen we niet) en na enige uitleg en telefoongebaren worden we vriendelijk te woord gestaan door zoals hij zichzelf noemt ‘Officer in duty’.

Hij vertelt ons dat de boot die hier normaal gesproken ligt is momenteel op het hoofdkwartier is (daar hebben ze er overigens heel veel van hier op het eiland) maar hij vindt het te gevaarlijk voor ons om zelf over te steken. Zo van afstand lijkt het mee te vallen dus we willen zelf gaan kijken. Uiteraard mag dat. We bereiken samen met de officier de “monding” en zien al heel snel dat oversteken hier levensgevaarlijk is. Terug dus maar weer. De heren bieden aan om ons met de trekker terug brengen naar de hoofdweg. De tijd tikt door en het barre stuk terug op de fiets gaat te lang duren voordat de duisternis invalt dus dat aanbod nemen we graag aan. De tank wordt gevuld, de fietsen ingeladen in de kar en daar gaan we. We worden begeleid door 3 man sterk: de Officer, de chauffeur en een jongen van een jaar of 18 met een enorm geweer, die naast Patty plaatsneemt in de laadbak. Anderhalf uur lang worden we door elkaar geschud en dan zijn we weer terug bij af. Maar wat zijn we blij met de mannen! Op de fiets had veel langer geduurd. Het gesprek met de Chief over zijn werk, het land, de oorlog die gewoed heeft en de toekomst van Sri Lanka is interessant.

We bedanken de heren en geven nog twee uur gas om dan uiteindelijk, in het donker, onze eindbestemming van deze dag te bereiken.

Een klein hotel is redelijk snel gevonden en gelukkig serveren ze hier ook een maaltijd en hebben ze zelfs bier. Dat is best bijzonder omdat daar een dure vergunning voor nodig is en dat hebben er weinig. Hier komen dan ook veel dorpelingen samen om een alcoholische versnapering (vaak Arrack) te nuttigen. Als ze echt goed dronken zijn keren ze slingerend huiswaarts.

De volgende morgen is het opvallend rustig op de weg als we onze route vervolgen. Vandaag geen kleine en onverharde wegen maar alleen maar asfalt en dat is prettig voor de 120 km die we willen afleggen om Trincomalee te bereiken. De rit verloopt voorspoedig en als we even stilstaan om een lemen huisje te fotograferen worden we uitgenodigd door een familie voor thee. Er staan 3 huizen naast elkaar die in aanbouw zijn. Ervoor staan hutjes van hooguit 3 bij 3 van leem en golfplaten. Het stel waar we op bezoek zijn woont en slaapt met hun vier kinderen in dit hutje. Omdat de man des huizes geen werk heeft kan het huis niet afgebouwd worden. Wij worden er een beetje stil van. Na de thee, een mooi gesprek en een fotosessie fietsen we weer verder, toch wel een beetje met een dubbel gevoel.

Toevallig of niet maar het lijkt alsof de bevolking naar het zuiden toe meer toegankelijk is dan de Tamilregio waar we uit vandaan fietsen.

In Trincomalee nemen we lekker twee dagen rust en bekijken nog het een en ander in de stad. Op het strand ontmoeten we een man die werkt bij het hotel naast het onze dat in aanbouw is. Daarnaast is hij visser en zegt op het strand te wonen. We praten over zijn leven en onze fietsreis. Hij geeft aan wel een keer met zijn boot naar Nederland te willen varen. En anders kunnen wij wel een hotel beginnen hier aan het strand en komt hij voor ons werken. Mooie ideeen!
Voordat we de dag erna vertrekken moeten we eerst afscheid komen nemen van “onze vriend”! Hij staat al op het strand naar ons te zwaaien...samen met zijn vrouw wonen ze bij hun dochter in huis, een klein stukje vanaf het strand. Het huis waar hij samen met z’n vrouw woonde is tijdens de tsunami van 2004 verwoest. Na de fotosessie krijgen we nog een aandenken van hem mee. We nemen afscheid en sluiten hem in ons hart.
 

De fiets lonkt weer na twee dagen rust en we stappen blij weer op! We worden uitgenodigd voor iets te drinken bij een man die ons de les lijkt te lezen over onze uitgestippelde route. We laten hem praten en vervolgen gewoon ons plan. Dat wij de binnendoor, en daardoor meestal een langere en minder makkelijke, weg kiezen snappen de mensen niet erg.

Richting het einde van de dag wijst de navigatie ons door een National Park. Dit is via een zandweg en het heeft behoorlijk geregend wat het fietsen zwaar maakt. Als we onderweg 3 keer gewaarschuwd worden dat er olifanten zijn en dat het erg gevaarlijk is fietsen we met geknepen billen verder. Ze zullen het niet voor niets zeggen en aan de grootte van de uitwerpselen op de weg te zien zijn die niet van konijntjes...
Na nog een kilometer of 5 ploeteren is dan toch de openbare weg in zicht. We zijn nog nooit zo blij geweest dat we een National Park verlaten.....

Foto’s

4 Reacties

  1. Ome Jos Tante Ria:
    18 februari 2019
    Wel leuk van de gebaande banen af je komt inderdaad mooie mensen tegen maar ook onverwachte minder leuke dingen.
    En olifanen tegen komen op de fiets wil je echt niet zelfs met de auto is het soms al zweten. En als je de armoe van de mensen daar ziet moeten wij hier echt nooit meer zeuren.
    Nog veel reis plezier en misschien meer de gebaande paden nemen😉😉
  2. Joost en Monique:
    18 februari 2019
    Meer risico maar dan ook genieten 2.0.. wat maak je mee als je van de gebaande paden afgaat.. schitterend contact te leggen met authentieke bevolking! Nog heel veel plezier de komende periode luitjes. Groet, Monique en Joost
  3. Pauline van der Steen:
    18 februari 2019
    Lieve mensen, wat avontuurlijk allemaal weer! Weet niet of ik zo stoer zou zijn, Haha! Maar wel heerlijk om te lezen en de foto’s te zien! Pas goed op jullie zelf! ( zit Christoffel weer in jullie tas?! 😉) groetjes! 🙋🏻‍♀️Pauline ( Joop zit op de sneeuwscooter in Zweden, ook prachtig avontuur!
  4. Philip:
    21 februari 2019
    Prachtig P&R! Jullie reislust is inspirerend. Take care onderweg en we hopen jullie dit jaar weer te zien om sterke verhalen uit te wisselen:-) groetjes Philip